U loopt nu voor het voormalige gasthuis de Beyerd. Hier werden in de middeleeuwen de zieken verzorgd. Er wordt voor het eerst melding gemaakt van het Bredase gasthuis in 1246. In die tijd had Breda nog een stadsmuur en het ziekenverblijf De Beyerd lag daar net buiten. Dat was niet voor niets, want de zieken kon je beter buiten de stadsmuren houden om de kans op besmetting te verkleinen.

In de middeleeuwen waarden er vaak ziektes rond in de drukke en onhygiënische steden. De pest was de meest beruchte. In de zestiende en zeventiende eeuw teisterde deze ziekte ook Breda. Om de pestlijders apart op te vangen, bouwde De Beyerd speciale pesthuisjes. Arme vrouwen die door De Beyerd in hun levensonderhoud werden voorzien, reinigden de huisjes. Een gevaarlijk werkje want de ziekte was erg besmettelijk en zeer dodelijk. Zo stierven er in 1623 in negen maanden maar liefst 1823 Bredanaars aan De Zwarte Dood. 235 van hen bliezen hun laatste adem uit in De Beyerd. Maar de arme schoonmaaksters bleven trouw hun werk uitvoeren. Ze hadden geen keus; als ze de huisjes niet schoonmaakten, kregen ze geen eten en onderdak.

Nadat de pest eind 17e eeuw was verdwenen, werden in De Beyerd weer normale zieken verpleegd. Later kreeg het gasthuis nog een andere functie. Het werd een Dolmanshuys, oftewel een gekkenhuis. En weer later ging het over in een oude mannenhuis, een bejaardentehuis voor mannen. Sinds kort is het Graphic Design Museum hier gevestigd.

 
 
              

Maak jouw eigen website met JouwWeb